Geschiedenis

Hing het voortbestaan van de koninklijke familie aan het begin van de 20e eeuw nog aan een zijden draadje, met de vier dochters van koningin Juliana en prins Bernhard (Beatrix, Irene, Margriet en Christina), de veertien kleinkinderen en tot nu toe vijfentwintig wettige achterkleinkinderen, is de familie flink uitgebreid. Het buitenechtelijk kind van prins Carlos wordt niet tot de koninklijke familie gerekend.

De adellijke titel Prins de Bourbon de Parme betreft de kinderen van prinses Irene, zij zijn in 1996 bij Koninklijk Besluit in de Nederlandse adel opgenomen. Haar kinderen zijn geen lid van het Nederlandse Koninklijk Huis, maar mogen zich allen prins en prinses uit het Hertogelijk Huis De Bourbon de Parme noemen. Deze titel is tevens erfelijk.

De koninklijke familie voert een aantal dynastieke, vorstelijke of adellijke titels:

  • Prins van Oranje (dynastieke titel)
  • Prins der Nederlanden (vorstelijke titel)
  • Prins van  Oranje-Nassau (vorstelijke titel)
  • Prins van Lippe-Biesterfeld (adellijke titel)
  • Prins de Bourbon de Parme (adellijke titel)
  • Graaf van Oranje-Nassau (adellijke titel)
  • Jonkheer van Amsberg (adellijke titel)

De overige titels worden alleen nog gegeven bij Koninklijk Besluit, voorheen waren de titels Prins der Nederlanden en Prins van Oranje-Nassau nog erfelijk. De kinderen van prinses Irene dienen (net als de kinderen van prinses Beatrix) aan te worden gesproken met het predicaat Koninklijke Hoogheid en zijn hiermee dus hoger in rang dan de kinderen van prinses Margriet, die het predicaat Hoogheid hebben. De titels van de kinderen van prinses Margriet zijn niet erfelijk, wel is besloten bij Koninklijk Besluit dat de kinderen van prins Maurits en prinses Marilène 'Van Lippe-Biesterfeld van Vollenhoven' als achternaam krijgen, omdat anders de achternaam van prins Bernhard uit zou sterven.

Contact

koninklijknieuws

voor vragen het gastenboek gebruiken.

© 2014 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode